Woordvoerders, wees meer Tinky Winky

‘NOG EEN KEER…’ jubelt Tinky Winky tegen zijn maten. Prompt wordt PRECIES hetzelfde filmpje ingestart, tot groot plezier van mijn peuter. Een aantal jaar geleden waren de Teletubbies een constante factor in ons huis. Er was geen ontsnappen aan: er waren filmpjes, boekjes, knuffels én een tweedehands, incompleet memoryspel.

Hoewel ik geen groot fan ben van de gekleurde reuzen, is hun aanpak niet verkeerd. De kracht van herhaling werkt uitstekend als je peuters iets wilt bijbrengen. Maar ook als je doelgroep uit de luiers is, is herhaling een beproefd middel om een boodschap tussen de oren te krijgen. Als woordvoerder of persvoorlichter kun je dankbaar gebruikmaken van dit Teletubbie-effect. Niet om ‘snel’ nieuws te maken, wél om de organisatie op lange termijn neer te zetten als go-to expert een bepaald gebied.

Lange halen, snel thuis
De eerste die nu aan het debuut-optreden van Rob Jetten denkt, is af (zie mijn eerdere blog). Binnen een paar minuten tig keer hetzelfde verhaal afdraaien is niet effectief. En natuurlijk: in geval van een crisis zeg je waar het op staat. Krachtig en duidelijk. Maar grote overkoepelende thema’s – denk: duurzaamheid, veiligheid, financiële doelstellingen, politieke ambities – lenen zich uitstekend voor herhaling. Met lange halen, snel thuis bereik je hierbij op de lange termijn niets. Voordat er een nieuwe groef in de LP zit, zul je een aantal rondjes moeten maken.

Zorg voor een goed statement in klare taal, één waaruit een duidelijke visie spreekt. Feiten, cijfers, en strategie zijn de hoofdingrediënten. Draag het statement uit met én zonder actuele aanleiding: als bijzin, alinea of boilerplate in een persbericht, op social media, neem het mee in speeches en presentaties van de directie en het management, en natuurlijk in gesprek met journalisten. Zo kan tijdens een interview over de jaarcijfers prima een zijsprong gemaakt worden naar duurzaamheid – voor steeds meer organisaties in toenemende mate een cruciaal onderdeel van de bedrijfsvoering.

Beklijft je verhaal eenmaal bij de doelgroep, dan heb je een stevige basis die richting geeft in de woordvoering. Geduld, creativiteit en een klein beetje Tinky Winky dus. Iemand zin in een spelletje?